Column: Fut weg, VUT weer terug?

Magazines | Utrecht Business Nr 1 2021 | Lees volledige uitgave online

Fut weg, VUT weer terug?

Bijna 15 jaar geleden is de VUT, de regeling voor vervroegde uittreding, afgeschaft. Indien er een vertrekregeling wordt getroffen die het vervroegde pensioen voor een medewerker mogelijk maakt, bijvoorbeeld in de vorm van een ontslagvergoeding of in de vorm van afspraken over vrijstelling van werkzaamheden tot aan de pensioendatum, kon dat sindsdien leiden tot oplegging van een boete van maar liefst 52% door de Belastingdienst aan de werkgever. Deze boete stond behoorlijk in de weg als werkgevers hun werknemer tegemoet wilden komen om eerder te stoppen met werken als sprake was van fysieke ongemakken bij zwaarder werk of als sprake was van oudere werknemers die niet meer helemaal goed konden meekomen op de werkvloer.

De Eerste Kamer heeft op 12 januari 2021 het wetsvoorstel 'Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen' aangenomen. Hierdoor wordt het voor werkgevers mogelijk om met oudere werknemers gemakkelijker afspraken te maken over het eerder stoppen met werken. Onder voorwaarden is namelijk geen 52%-heffing meer verschuldigd. Regelingen op basis waarvan een werknemer eerder dan drie jaar voor de AOW kan stoppen met werken, levert geen vrijstelling op, wel een volledige boete voor de werkgever. Het maximaal vrijgestelde bedragen overschrijden, dat wil zeggen meer dan circa € 63.000,00, mag wel maar zorgt ervoor dat de bedragen boven de drempelvrijstelling worden belast.
Deze voorwaarden zijn de volgende:
De verruiming geldt voor de regeling die wordt afgesproken tussen 1 januari 2021 en 31 december 2025.
Het stoppen met werken vindt plaats in de laatste 3 jaar voorafgaand aan het bereiken van de AOW-leeftijd.
Door de werkgever kan maximaal het bedrag worden uitgekeerd dat overeenkomt met het nettobedrag aan AOW dat een werknemer in de periode tussen het stoppen met werken en de ingangsdatum van de AOW zou hebben ontvangen. Het gaat om maximaal circa € 63.0000,00 bruto (ongeveer € 21.000,00 per jaar), die boetevrij mag worden betaald als er exact 36 maanden zit tussen het moment van uittreden en het moment van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
De oudere werknemer die in de laatste drie jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd uit dienst gaat krijgt dan als het ware eerder AOW, betaald door de werkgever. Zij kunnen dit zelf aanvullen, bijvoorbeeld met spaargeld of door hun aanvullend pensioen eerder in te laten gaan. Deze versoepeling van de RVU-heffing werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Om vervroegde uittreding verder te stimuleren kunnen werkgevers werknemers tot een maximum van 100 weken loonheffingsvrij verlof laten sparen. Dat was tot 1 januari 2021 maximaal 50 weken.

Goed nieuws dus voor werkgevers en oudere werknemers die er tegenaan liepen niet meer te kunnen of te willen blijven werken tot de AOW-leeftijd. Het wordt nu een stuk makkelijker om samen afspraken te maken om eerder te stoppen met werken.
 
Mr. Sylvia Gerdes
Van Benthem & Keulen Advocaten & Notariaat
e-mail: sylviagerdes@vbk.nl">sylviagerdes@vbk.nl
telefoon: +31 30 259 5528
 

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement