Nederland koploper circulair materialengebruik

Magazines | Utrecht Business Nr5 '23-'24 | Lees volledige uitgave online

Nederland is Europees koploper circulair materialengebruik, meldt statistiekbureau Eurostat. Ruim een kwart van de materialen is gerecycled. Goed nieuws, zou je zeggen. De cijfers zijn echter gebaseerd op gewicht, waardoor hergebruik van puin sterk bijdraagt aan de leidende positie van ons land. Voor een circulaire economie is veel meer nodig. Bestaande en nieuwe netwerken moeten ketens sluiten, met een scherp oog voor schaalbaarheid.
 
Regelmatig berekent het Europese statistiekbureau Eurostat hoe de circulaire economie zich in de verschillende landen ontwikkelt. Criterium is het aandeel gerecyclede materialen binnen het totale gebruik. Met een score van 27,5% was Nederland over 2022 koploper in Europa, waar het gemiddelde ligt op 11,5%. Andere toppers zijn België (22,2%) en Frankrijk met 19,3%. Onderaan de Europese ranglijst van hergebruikte materialen bungelen Roemenië (1,4%) en hekkensluiter Finland (0,6%).
 
700 kilo meer afval
Op Europees niveau worden metaalertsen met 23,9% het meest hergebruikt. Bij niet-metaalhoudende materialen – denk aan glas – gaat het om 13,7%, gevolgd door biomassaproducten zoals hout en papier met 10,0%. Bij fossiele energiematerialen en -dragers wordt maar 3,2% hergebruikt.
Het Eurostat-onderzoek laat ook zien dat Nederland veel afval produceert; per inwoner zelfs 700 kilo meer dan de gemiddelde Europeaan. Dit wordt met name veroorzaakt door sectoren als landbouw en industrie. Die zorgen voor veel afval terwijl de geproduceerde goederen grotendeels worden geëxporteerd.
 
Gewicht versus waarde
Bij de inventarisatie van hergebruik wordt gekeken naar het gewicht van materialen. In Nederland wordt in de bouw veel puinbeton ingezet, bijvoorbeeld als ondergrond voor wegen. Dit gerecyclede materiaal is zwaar en draagt in sterke mate bij aan het hoge circulariteitscijfer.
De toppositie betekent dus zeker niet dat wij koplopers zijn bij het scheiden van afval. Of dat fast fashion hier in hoog tempo terrein verliest ten opzichte van tweedehands kleding. Het zou beter zijn niet alleen naar gewicht maar ook naar de waarde van materiaal te kijken. Dat zegt immers iets over de aard van het hergebruik. En daar draait het om in een circulaire economie, waarbij materialen zo hoogwaardig mogelijk opnieuw worden ingezet – idealiter in dezelfde vorm.
 
Niet zelfgenoegzaam
De Nederlandse koppositie als het gaat om circulair materiaalgebruik mag geenszins leiden tot zelfgenoegzaamheid. Temeer daar de cijfers geen positieve ontwikkeling laten zien. Ten opzichte van een jaar eerder is zelfs sprake van een kleine daling. Dat kan komen omdat het plukken van laaghangend fruit zoals hergebruikt betonpuin inmiddels gemeengoed is. Om materialen op grote schaal hoogwaardig opnieuw in te kunnen zetten, zijn forse inspanningen nodig.
 
Limited editions
Zowel producenten als consumenten moeten daarbij hun verantwoordelijkheid nemen. “Reparatie is vaak bewust niet rendabel. Producenten hebben er immers baat bij dat nieuwe apparaten worden aangeschaft,” stelde architect en circulair visionair Thomas Rau eerder in Business.
Ook mode en trends zorgen ervoor dat telkens nieuwe producten met minimale verbeteringen worden aangeschaft, ook al werkt de huidige versie nog prima. Zonder de allernieuwste iPhone hoor je er immers niet bij. Zo liggen miljarden voorwerpen ongebruikt te verstoffen, om uiteindelijk weggegooid en vernietigd te worden. “Doodzonde, want alle grondstoffen en materialen zijn limited editions,” benadrukt Rau. “Wat eens verloren gaat, komt nooit meer terug. Dit is het karakter van de aarde als gesloten systeem.”
 
Monostromen
De basis voor een circulaire economie ligt in de ontwerpfase. Keuzes die daar gemaakt worden zijn bepalend voor een efficiënt gebruik van grondstoffen, een lange levensduur en uiteindelijk voor hoogwaardig hergebruik. Dat laatste brengt productietechnisch veel uitdagingen met zich mee. Zo moet gebruikte kleding voor een circulaire toepassing kunnen worden herleid tot zogenaamde monostromen, bijvoorbeeld alleen polyester. Vereiste daarbij is dat alle partijen in de keten meedoen, van stoffenproducent tot eindgebruiker die ervoor zorgt dat alle kleding weer ingezameld wordt.
 
165.312 schroeven
Aansprekend voorbeeld van een circulaire toepassing is het door eerdergenoemde Thomas Rau ontworpen hoofdkantoor van Triodos. Dit veelbekroonde gebouw bestaat bijna volledig uit hout; alleen de kelder heeft een betonconstructie voor de waterhuishouding. De architect berekende dat het gebruikte hout in slechts 11,36 minuten weer volledig aangegroeid is.
Het Triodos-kantoor is in elkaar gezet met 165.312 schroeven. Door deze zogenaamde droge verbindingen kan het pand in de toekomst volledig uit elkaar worden gehaald zonder waardeverlies van materialen, componenten en producten. Circulariteit in optima forma.
 
Schaalbaar
Bovengenoemde en steeds meer andere voorbeelden laten zien dat een volledig circulaire economie mogelijk is. Maar voordat het zover is, zijn nog tal van pilots, proeftuinen en aanjaagteams nodig. Het delen van kennis en ervaringen blijft van groot belang, net als het leggen van verbindingen. Bestaande en nieuwe netwerken moeten ervoor zorgen dat ketens worden gesloten. Het afval van de één is grondstof voor de ander en daarom is samenwerking een vereiste in de circulaire economie. Cruciaal is ook dat bij nieuwe initiatieven oog is voor de schaalbaarheid ervan. Voor echte impact moet circulariteit substantie hebben.
 

KONINKLIJKE BELANGSTELLING
Circulair bouwen mag zich verheugen in koninklijke belangstelling. Koningin Máxima bracht op 19 december 2023 een bezoek aan twee koplopers. HoutWerk I op de Utrechtse Campus Werkspoor heeft een draagconstructie die geheel uit hout bestaat. Verder zijn restproducten als circulaire bouwmaterialen gebruikt. Het gebouw is ontwikkeld door Lingotto, 3T Vastgoed en Evoke. Woody Building Concepts realiseerde Houtwerk in slechts negen maanden. Het kantoor biedt vooral onderdak aan bedrijven uit de circulaire en digitale sector. Momenteel wordt gebouwd aan HoutWerk II.
 
De koningin nam ook een kijkje bij Lagemaat, een familiebedrijf dat gespecialiseerd is in circulaire sloop. Actueel voorbeeld is Prinsenhof, een voormalig kantoorpand van de provincie Gelderland. Al was het niet ontworpen om later systematisch te kunnen worden afgebroken, toch slaagde Lagemaat erin om dit kantoor volledig circulair te demonteren. Materialen worden hergebruikt voor een eigen nieuwbouwproject: een kenniscentrum voor circulaire bouw en sloop.

 
 

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement