Kleinbedrijf Index: 40% ondernemers leidt marginaal bestaan
TRENDS
Eyeopeners door Kleinbedrijf Index
“40% ondernemers leidt marginaal bestaan”
Belangrijke grondslag voor economisch beleid is de conjunctuurmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In dit onderzoek ontbreken echter gegevens over zzp’ers, starters en de meeste kleinbedrijven. De Kleinbedrijf Index brengt daar verandering in. Belangrijke conclusie: veel ondernemers leiden een marginaal bestaan.
Tekst: Hans Hajée
Adequate data zijn cruciaal als basis voor een effectief economisch beleid. “De conjunctuurmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft informatie over bedrijven met vijf en meer medewerkers,” zegt Lex van Teeffelen, Lector Financieel Economische Innovatie aan de Hogeschool Utrecht. In de economische en financiële cijfers ontbreken hierdoor gegevens over zzp’ers, starters en de meeste kleinbedrijven. “Je hebt het dan over ruim 95% van alle 1,3 miljoen ondernemers, een kwart van alle bedrijfswinsten en een derde van de werkgelegenheid.”
De plank mis
Maatregelen voor ondernemingen met meer medewerkers zijn lang niet altijd effectief voor kleinere bedrijven en zzp’ers. “Ze kunnen zelfs contraproductief zijn. Zo is de dynamiek voor wat betreft digitalisering heel anders. Bij tien en meer medewerkers is een substantiële inzet van software essentieel voor een adequate bedrijfsvoering. Werk je maar met een paar mensen dan is een ERP-pakket echt niet nodig.” Bij stimuleringsmaatregelen moet rekening worden gehouden met deze verschillen. “Baseer je alles op de kenmerken en behoeftes van grotere bedrijven dan sla je de plank mis.”
In lacune voorzien
Om in de lacune te voorzien, namen Qredits Microfinanciering, ONL voor Ondernemers en Hogeschool Utrecht eind 2020 het initiatief voor een Kleinbedrijf Index. Van Teeffelen: “Dit onderzoek wordt vier keer paar jaar uitgevoerd via een online vragenlijst aan relaties van Qredits en ONL. De pool bestaat uit zo’n 10.000 ondernemers. Hun kenmerken komen overeen met die van de Nederlandse bedrijfspopulatie.”
Voor de Kleinbedrijf Index wordt onder meer gevraagd naar omzet, werkgelegenheid, innovatie, ondernemersloon, investeringen, solvabiliteit en continuïteit. Ook wordt regelmatig ingezoomd op specifieke thema’s. “De respons ligt tussen 10 en 15% en is voldoende representatief.”
Schulden afbetalen
Begin december 2021 verscheen de vierde editie van de Kleinbedrijf Index. Gevraagd is naar de resultaten over de derde periode en de verwachtingen voor het laatste kwartaal. “In Q3 herstelde de economie zich. Al stijgt de omzetindex amper, alle sectoren presteren op of zelfs boven het niveau van 2019.” Desondanks blijven ondernemersloon en solvabiliteit volgens de Kleinbedrijf Index nog sterk achter. “Belangrijke oorzaak is dat ondernemers hun kortetermijnschulden versneld aflossen. Denk aan leveranciers en huur; voorwaarden om te kunnen blijven ondernemen. Hierdoor lukt het amper om te investeren. Vaak laten ondernemers ook de eigen beloning nog maar even zitten.”
Trend baart zorgen
Uit de Kleinbedrijf Index blijkt dat zo’n 40% van de ondernemers een te lage marge realiseert en weinig solvabel is. “Ze zijn niet in staat zichzelf een normaal ondernemersloon uit te keren. Vaak ligt hun inkomen zelfs onder het bijstandsniveau.”
Corona heeft deze ontwikkeling versterkt. “Maar de trend is al langer zichtbaar en dat baart grote zorgen. Natuurlijk, een meerderheid van de ondervraagden doet het nog steeds goed. Maar extrapoleer je de 40% dan hebben we het over ruim 800.000 Nederlandse ondernemers met een marginaal bestaan.”
Doorbraaktafels
Actie is daarom dringend gewenst, stelt Van Teeffelen. “Goed voorbeeld is het programma Ondernemers Centraal van de gemeente Utrecht. Daarbij zijn de afdelingen Economische Zaken en Werk en Inkomen betrokken. Alle Utrechtse ondernemers die een TOZO- of NOW-aanvraag hebben ingediend, zijn uitgenodigd. Ook kunnen mensen zelf initiatief nemen voor een gesprek. Doorbraaktafels moeten er vervolgens voor zorgen dat ondernemers die vastlopen, geholpen worden.”
Potentieel ontsluiten
Het Utrechtse programma biedt kosteloos advies en coaching. “Een deel van de ondernemers zal met de juiste ondersteuning levensvatbaar blijven. Maar dat geldt zeker niet voor iedereen. Soms kan het verstandiger zijn om te stoppen en een baan te zoeken.”
Gezien de grote tekorten op de arbeidsmarkt is het momentum gunstig. “Ondernemers hebben vaak prima kwalificaties en veel ervaring. Stappen zij over naar een loondienstfunctie dan wordt een potentieel ontsloten waar groeiende bedrijven met toekomstperspectief baat bij kunnen hebben.”
Gelukkig worden
Voor veel ondernemers is bedrijfsbeëindiging een grote stap. “Trots kan een rationale keuze in de weg staan. Maar het gaat er uiteindelijk om waar je gelukkig van wordt. Als iemand een stressvol, marginaal bestaan als ondernemer verruilt voor een uitdagende baan dan kan dat een verstandig besluit zijn.” Ook hierbij is ondersteuning gewenst. “Voor veel ondernemers is het immers lang geleden dat ze gesolliciteerd hebben.”
Aangevraagde subsidies gehalveerd
Bij het Utrechtse programma Ondernemers Centraal wordt het gesprek met ondernemers aangegaan. “Dat gebeurt nog maar zelden. Dit raakt een andere belangrijke conclusie uit de recente Kleinbedrijf Index: ondernemers weten de weg naar subsidies en fiscale aftrekmogelijkheden slecht te vinden. Eerder onderzoek uit 2015 biedt een bruikbare benchmark. Daarmee vergeleken is het aantal aangevraagde subsidies gehalveerd.”
Kopschuw
En dat komt niet omdat er minder stimuleringsmaatregelen zijn. “Er zijn tal van aantrekkelijke regelingen en subsidies van gemeenten, provincies en vanuit Europa. Denk aan onderwerpen als scholing en duurzaamheid.” Die zijn echter alleen toegankelijk via een woud aan digitale loketten. “Daar lopen bedrijven vaak vast door complexe, uitgebreide vragenlijsten en onderbouwing. Vul je één onderdeel verkeerd in dan gaat het al mis. Ondernemers worden kopschuw en haken af.”
Echte mensen
Dit moet anders, vindt Van Teeffelen. “Vrijwel alle ondernemersondersteuning is wegbezuinigd, zowel bij brancheorganisaties als bij de Kamer van Koophandel. Een organisatie als Syntens bestaat niet meer. Accountmanagers van banken zijn vervangen door digitale loketten en algoritmes.”
Adviseurs met kennis van zaken worden node gemist. “Bij ondernemers is grote behoefte aan een organisatie die als vraagbaak dient. Niet het zoveelste digitale loket maar een centraal punt waar de weg wordt gewezen naar alle regelingen en subsidiemogelijkheden. En plek ook waar ondernemers weer face to face kunnen sparren met echte mensen.” Van Teeffelen adviseert om daarvoor geen nieuwe organisatie in te richten maar samenwerking te zoeken met een bestaande partij. “De Kamer van Koophandel zou zo’n rol prima op zich kunnen nemen.”
NO STRESS?
Bij de Kleinbedrijf Index wordt ook het stressniveau in kaart gebracht. “Vooral ondernemers met personeel ervaren op dit moment veel stress,” weet Van Teeffelen. “Als een hoog stressniveau lang aanhoudt, gaan het vermogen om logisch te denken en het beslissingsvermogen achteruit. Terwijl dat juist in moeilijke tijden zo hard nodig is.”
Meer informatie over de Kleinbedrijf Index is te vinden op de sites van Qredits en ONL.