Tankstation en electrolyser in Lage Weide: toepassing waterstof krijgt vaart
Tankstation en electrolyser in Lage Weide
Toepassing waterstof krijgt vaart
Het EnergieCollectief Utrechtse Bedrijven (ECUB) ondersteunt bedrijventerreinen en ondernemers bij hun verduurzaming. De focus ligt op gebouwen, mobiliteit en een duurzaam energiesysteem. Opmerkelijke ontwikkeling: de plannen voor een waterstoftankstation in Lage Weide. “Hiermee wordt de patstelling rond waterstof doorbroken.”
TEKST HANS HAJÉE
De wortels van het EnergieCollectief Utrechtse Bedrijven liggen in Lage Weide.
Ondernemers werken al jaren gedreven aan de verduurzaming van Utrechts oudste bedrijventerrein. “De lat ligt hoog,” zegt Bert Strijker. “Lage Weide wil het meest duurzame terrein van Nederland worden.” Daartoe werd een energiecollectief gevormd. “Belangrijke mijlpaal was een convenant met de gemeente Utrecht in 2014 over substantiële terugdringing van de CO2-uitstoot.”
Geen corebusiness
Gaandeweg werd duidelijk dat de inspanningen en ervaringen in Lage Weide ook voor bedrijven op andere regionale terreinen van waarde kunnen zijn. “Vandaar de naam EnergieCollectief Utrechtse Bedrijven, kortweg ECUB,” aldus Strijker. Hij is sinds 2016 aan boord als directeur.
ECUB is een coöperatie zonder winstoogmerk. “Doel is om zoveel mogelijk bedrijven bij verduurzaming te ondersteunen. Daarbij ligt onze focus op gebouwen, mobiliteit en een duurzaam energiesysteem.”
Goed luisteren
Naast Lage Weide zijn ook De Wetering-Haarrijn, Liesbosch, Laagraven en de bedrijventerreinen in Stichtse Vecht aangesloten bij het ECUB. Alle bedrijven op deze terreinen kunnen lid worden. “Bij een intakegesprek is het vooral zaak om goed te luisteren en zo de echte vragen en behoeftes te achterhalen,” benadrukt Strijker. “De motivatie om te verduurzamen is zeker aanwezig, maar het is geen corebusiness voor ondernemers. Daarom helpt het als wij ontzorgen en realistische opties in kaart brengen.”
De activiteiten van het ECUB worden mogelijk gemaakt door contributies, Ondernemersfonds Utrecht, fee van aanbieders en subsidies van bijvoorbeeld gemeenten en RVO. “Het animo voor het lidmaatschap neemt gestaag toe. Vaak zijn de grotere op een terrein gevestigde bedrijven lid. Door hun omvang is onze impact op de verduurzaming van een gebied verhoudingsgewijs aanzienlijk. Maar ook veel mkb-bedrijven doen een beroep op het ECUB.”
Onvermoede stroomvreters
Eerste actie is meestal het in kaart brengen van de energiehuishouding bij een bedrijf. “Door het verbruik een tijdlang te monitoren, krijgt de ondernemer een gedetailleerd inzicht. Dat levert waardevolle informatie op, bijvoorbeeld over onvermoede stroomvreters. Simpele aanpassingen leiden dan al tot een aanzienlijke besparing.”
Vervolgens komt het ECUB met suggesties voor aanvullende acties. “Voor sommige verduurzamingsmaatregelen geldt een wettelijke verplichting. Ook daarbij helpen wij, maar de nadruk ligt op bovenwettelijke maatregelen. Die zijn niet verplicht maar leveren wel winst op voor milieu en portemonnee.”
Een veelgenomen maatregel is bijvoorbeeld plaatsing van zonnepanelen. “Per bedrijf is altijd sprake van advies op maat.”
Eerst actie, dan bewustwording
Het ECUB bracht onlangs een update uit van het handboek ‘Aanpak collectieve verduurzaming bedrijventerreinen’. “Daarmee willen we inspireren en praktische handvatten aanreiken,” aldus Strijker. “Bij de online overhandiging aan Ed Nijpels heb ik benadrukt dat de inzet van het bedrijfsleven cruciaal is voor de doelstellingen uit het klimaatakkoord.”
Overheden denken vaak dat duurzaamheid begint met bewustwording. “Onze ervaring is anders. Ondernemers die starten met verduurzamingsmaatregelen merken daardoor dat ze echt iets kunnen bijdragen, dat hun handelen effect heeft. Dat zorgt voor bewustwording en een mindset waardoor ze er vervolgens vaak nog een schepje bovenop doen en op zoek gaan naar verdere verbeteringen.”
Consistent beleid
Daarbij is volgens Strijker veel te winnen door een zorgvuldige communicatie van de overheid. “Bewoners en ondernemers worden nog onvoldoende meegenomen bij de ambities op het gebied van verduurzaming. Zo wordt veel gesproken over aardgasvrij. Maar informatie over wat dat concreet betekent voor bedrijven, ontbreekt veelal. Ondernemers willen weten waar ze aan toe zijn. Dat vereist eenduidige communicatie en een consistent beleid.”
Veel potentie
Dat ondernemers hun verantwoordelijkheid serieus nemen, blijkt onder meer bij de realisatie van een waterstoftankstation in Lage Weide. “Door toenemende vragen uit het ECUB-netwerk kwam het onderwerp steeds hoger op de agenda. Er is een werkgroep ingesteld om de mogelijkheden te onderzoeken. Want al is de exacte bijdrage in de toekomstige energievoorziening nog onduidelijk, het staat vast dat waterstof veel potentie heeft. Je kunt je niet veroorloven om die boot te missen.”
EFRO-subsidie
Het commitment van het lokale bedrijfsleven kreeg verder vaart door de betrokkenheid van de Hogeschool Utrecht (HU). Hun gezamenlijke initiatief voor een waterstoftankstation en electrolyser wordt door de gemeente Utrecht ondersteund met een subsidie van € 848.000,- uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
“Belangrijk kenmerk van dit tankstation is dat de electrolyser lokaal opgewekte groene stoom gebruikt om groene waterstof te maken,” verduidelijkt Strijker. “Maximaal duurzaam dus. Verder wordt de electrolyser zo ingericht dat hij ook als buffer kan dienen bij het balanceren van het energienet.” Onderzoekers van de HU buigen zich over de effectiviteit en milieueffecten van het tankstation en de technische, economische en duurzame opschalingsmogelijkheden.
Patstelling doorbreken
Met het tankstation in Lage Weide wordt de patstelling bij waterstof doorbroken. “Voordat je een voertuig op waterstof aanschaft, moet je zeker weten dat je ermee kunt tanken. Maar voor een tankstation zonder klanten is er geen businesscase. Deze kip of ei-discussie laten we nu achter ons.”
De betrokken ondernemers worden samen eigenaar van de electrolyser en het tankstation. Ook schaffen zij de eerste waterstofvoertuigen aan. “Bij de start zetten we in op een aantal personenauto’s, een bestelbus en wellicht een vrachtauto. Vervolgens bouwen we het aantal voertuigen verder uit.”
Schouders eronder
In het eerste kwartaal van 2022 moet het waterstoftankstation in Lage Weide operationeel zijn. Ook op een aantal andere plaatsen in de regio zijn plannen in voorbereiding. “Zo krijgt de toepassing van waterstof echt vaart,” zegt Strijker. “Daartoe hebben wij ook contact met initiatieven elders in het land. Door de aanschaf van voertuigen te bundelen, kunnen we een vuist maken bij leveranciers.”
Het waterstoftankstation in Lage Weide is een goed voorbeeld van de impact als ondernemers ergens de schouders onder zetten. “Daar mogen ze zonder meer trots op zijn. Je merkt ook dat de gezamenlijke inspanningen herkend en gewaardeerd worden door regionale en landelijke overheden. Die investeren gelukkig steeds vaker mee bij collectieve projecten. Zo geven we verduurzaming samen een impuls.”