Column: bewijs in het arbeidsrecht, pivacy vs. waarheidsvinding

Magazines | Utrecht Business Nr 3 - 2018 | Lees volledige uitgave online

Op 22 mei 2018 heeft het gerechtshof Amsterdam (Hof) zich in het kader van een ontslagprocedure uitgelaten over de toelaatbaarheid van bewijs door middel van verborgen cameras.

Bewijs in het arbeidsrecht: privacy vs. waarheidsvinding in een ontslagprocedure

Indien een werkgever het vermoeden heeft dat een werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, zal hij een onderzoek willen instellen. Soms zal een werkgever het gedrag van werknemer willen vastleggen door middel van een verborgen camera. In beginsel is het gebruik van een verborgen camera op de werkplek niet toegestaan: het vastleggen van het gedrag van de werkne-mer met een verborgen camera leidt tot een inbreuk op het recht op privacy. Mogen de camerabeelden worden meegenomen in de arbeidsrechtelijke ontslagprocedure?

Deze vraag speelde onlangs in een zaak van het Hof. De werkgever, New York Pizza, besloot onderzoek te doen naar het ver-moeden van onregelmatigheden en liet ver-borgen cameras plaatsen. Naar aanleiding van de beelden wordt een werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer maakt bezwaar tegen het ontslag. Hij voert onder meer aan dat de camerabeelden als bewijs moeten worden uitgesloten, omdat deze beelden een inbreuk zijn op zijn persoonlijke levenssfeer en als onrechtmatig verkregen bewijs moeten worden aangemerkt.

Het Hof maakt hier korte metten mee. Het

overweegt dat een inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in beginsel een onrechtmatige daad ople-vert, behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. Of een dergelijke rechtvaardigingsgrond zich voordoet, kan slechts worden beoordeeld kort gezegd door een belangenafweging: ernst van de inbreuk op privacy van de werknemer ener-zijds en het belang van waarheidsvinding door de werkgever anderzijds.

In dit verband overweegt het Hof dat de ernst van de inbreuk op privacy van de werknemer beperkt is gebleven, nu de cameras slechts waren gericht op de afhaal-balie, een publiek toegankelijke plaats en in het kantoor waar de kassa wordt opge-maakt. Bovendien had de werkgever belang bij het onderzoek. Er was namelijk sprake van een kasverschil, een verschil in voorraad en er zijn gesprekken opgevangen over het verduisteren van geld en producten. Ook heeft werknemer niet duidelijk gemaakt op welke minder nadelige wijze New York Pizza het onderzoek had moeten doen. Het Hof achtte de suggestie van werknemer (waarschuwingen en persoonlijk toezicht) niet passend in dit geval. Kortom, het Hof

oordeelt dat de camerabeelden rechtmatig verkregen zijn.

Bijzonder is dat het Hof in deze zaak apart toetst aan de rechtmatigheid of onrechtma-tigheid van het verkregen bewijs. Doorgaans laten arbeidsrechters de vraag van rechtma-tig of onrechtmatig bewijs in het midden. Zij plegen ook onrechtmatig verkregen bewijs gewoon mee te wegen, mits voldaan wordt aan proportionaliteitseisen. Deze zijn: het redelijk vermoeden van een ernstige zaak, bewijs is niet op een andere manier te verkrijgen en het middel wordt niet langer ingezet dan noodzakelijk. Hoewel een iets andere toetsing, zou New York Pizza mijns inziens deze toetsing ook hebben doorstaan.

Linksom of rechtsom, deze uitspraak bevestigt de lijn in de jurisprudentie dat in ontslagprocedures het belang van de waar-heidsvinding doorgaans prevaleert. Mr. Concetta Allegra

Van Benthem & Keulen Advocaten & Notariaat

E: concettaallegra@vbk.nl

T: 030 259 55 39

Van Benthem & Keulen Advocaten & Notariaat | Column

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement