Biotechnologie: motor voor de economie van de toekomst

 Wie vandaag investeert in biotechnologie, investeert in de gezondheid, duurzaamheid en welvaart van morgen. Biotechnologie is dé sleuteltechnologie die de komende decennia ons dagelijks leven en onze economie zal vormgeven, en in Nederland hebben we een uitstekend uitgangspunt.
 
Onze biotechsector is al jarenlang een kraamkamer voor innovaties van wereldbelang: van nieuwe geneesmiddelen tot duurzame voedselproductie, van groene chemie tot innovatieve diagnostiek en oplossingen voor de klimaatcrisis. Als we nu investeren en de juiste keuzes maken, verzilveren we de enorme maatschappelijke en economische potentie van biotech voor Nederland: McKinsey becijfert de mogelijke jaarlijkse baten van biotech het komende decennium op € 30 miljard, bestaande uit gezondheidswinst, meer duurzame en efficiënte productie van een veelheid aan producten en hogere consumententevredenheid.
 
In Nederland hebben we alles in huis om een internationale koploper te zijn en het Utrecht Science Park (USP) is een van de kloppende harten van deze ambitie, met name op het gebied van onderzoek naar kanker. Met toonaangevende onderwijs- en zorginstellingen als het UMC Utrecht, de Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht, het Prinses Maxima Centrum en gerenommeerde onderzoeksinstituten zoals het Hubrecht Instituut, beschikken we over een unieke concentratie van kennis, talent en faciliteiten. Deze omgeving trekt internationale topbedrijven aan. Een sprekend voorbeeld is Genmab, een internationaal biotechbedrijf dat vanuit het USP in een van de grootste biotechnologie onderzoeksfaciliteiten van Europa baanbrekend onderzoek doet naar nieuwe therapieën tegen kanker en andere ernstige ziekten.
 
De kracht van onze sector zit in de combinatie van wetenschap, ondernemerschap en samenwerking. Startups, scale-ups en multinationals werken er zij aan zij met onderzoekers en studenten. Denk in Utrecht aan bedrijven als Merus, Genmab, Immunetune, HUB Organoids en Glycostem, die hier nieuwe technologieën ontwikkelen die wereldwijd hun weg vinden. De nabijheid van onderzoeksfaciliteiten, klinische studies en een goed opgeleide arbeidsmarkt maakt Nederland tot een broedplaats waar ideeën snel kunnen uitgroeien tot toepassingen met impact. Maar niet altijd passende regelgeving, gebrek aan financiering en gebrek aan kennis over de sector staan verdere groei regelmatig in de weg. Daar moeten we ook eerlijk over zijn. Dus daar ligt een opgave voor alle betrokken partijen.
 
Biotechnologie is een groeisector die naadloos aansluit bij grote maatschappelijke uitdagingen. De vergrijzende bevolking vraagt om innovatieve geneeswijzen. De klimaatcrisis dwingt ons tot duurzame productieprocessen. De landbouwtransitie vraagt om nieuwe bio-based oplossingen. In al deze domeinen kunnen wij vooroplopen en daarmee ook internationaal talent, kapitaal en bedrijvigheid aantrekken.
 
Maar om die koploperspositie te behouden en uit te bouwen, is investeren essentieel; in labfaciliteiten, in verbeterde financieringsmodellen, in beleid, in scholing en in het verbinden van wetenschap en bedrijfsleven. Dat vraagt om visie, nauwe samenwerking tussen bedrijven, overheden, kennisinstellingen en investeerders, en het maken van de juiste keuzes voor de sector. Want wie nu durft te versnellen, plukt straks de economische en maatschappelijke vruchten.
 
Nederland heeft al een sterke naam op het gebied van biotechnologie, maar de wereld om ons heen staat niet stil. Grote investeringen in onder meer de Verenigde Staten, het Midden-Oosten en Azië zijn aan de orde van de dag. Daar kan Europa niet bij achterblijven. We hebben de kennis in huis, maar we moeten wel de kansen die voor het grijpen liggen daadwerkelijk pakken. Als we nu niet investeren, slim samenwerken en de juiste keuzes maken, worden we ingehaald door andere regio’s in de wereld.
 
Biotechnologie is de motor van de economie van de toekomst. En die motor moet, als het aan ons ligt, op volle toeren gaan draaien, niet alleen in Utrecht, maar in heel Nederland.
 
Jan van Veen, voorzitter Hollandbio (Foto Tuala Hjarnoe)
Michiel Dijkman, Economic Board Utrecht (Foto Leonard Walpot)