Loonkosten jongeren nemen toe

Magazines | Utrecht Business Nr 4 - 2016 | Lees volledige uitgave online

Loonkosten jongeren nemen toe door verlaging leeftijdsgrens wettelijk minimumloon

De leeftijdsgrens waarop het wettelijk minimumloon ingaat wordt naar verwachting verlaagd. Momenteel geldt het wettelijk minimumloon vanaf 23 jaar. Minister Asscher heeft aangekondigd dat het wettelijk minimumloon vanaf 22 jaar zal gelden in 2017 en vanaf 21 jaar in 2019, tenzij zich in de tussentijd aanzienlijke negatieve effecten op de werkgelegenheid van jongeren voordoen. Het kabinet wenst met de aanpassingen de inkomenspositie van werkzame jongeren te versterken. Voor werkgevers heeft de wijziging echter een forse stijging van de loonkosten tot gevolg.

Nederland is in internationaal opzicht één van de weinige landen met een lager wettelijk minimum(jeugd)loon voor jongeren tot 23 jaar. Tegelijkertijd heeft Nederland volgens het kabinet een relatief lage jeugdwerkloosheid en een relatief hoge arbeidsparticipatie onder jongeren.

Het wettelijk minimumjeugdloon is al jarenlang onderwerp van discussie in de comités van de Raad van Europa die toezien op de naleving van het Europees Sociaal Handvest (ESH) omdat het Nederlandse stelsel van minimumjeugdlonen strijdig zou zijn met het ESH. Zo zou het wettelijk minimumjeugdloon onder meer niet in lijn zijn met het beginsel dat voor gelijke werkzaamheden een gelijk loon betaald moet worden.

Volgens minister Asscher sluit de leeftijd van 21 jaar beter aan bij de internationale praktijk en komt deze leeftijd ook beter overeen met de leeftijd waarop jongeren na scholing de arbeidsmarkt betreden. Daarnaast geeft minister Asscher aan dat er een tendens bestaat om beloning te baseren op ervaring en opleiding in plaats van op leeftijd. Ook in enkele cao's zijn sinds 2015 de jeugdlonen afgeschaft en is de vakvolwassen leeftijd verlaagd.

Werkgevers dienen zich bewust te zijn van de (verstrekkende) gevolgen van de voorgenomen wetswijziging. Werkgevers zijn in de toekomst aan jongeren van 21 en 22 jaar hetzelfde wettelijk minimumloon verschuldigd als aan oudere werknemers met (waarschijnlijk) meer werkervaring. Voor werkgevers kan het dus minder aantrekkelijk worden om jongeren van 21 en 22 jaar in dienst te nemen. Om het verschil in loonkosten tussen jongeren onder en boven de 21 jaar enigszins te verminderen is het kabinet evenwel voornemens om het wettelijk minimumjeugdloon te verhogen voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar. Ook dit heeft dus een stijging van de loonkosten tot gevolg.

Het versterken van de inkomenspositie van jongeren staat op gespannen voet met de arbeidsmarktpositie en scholingsdeelname van jongeren. Om die reden zal er op het verhoogde wettelijk minimumjeugdloon een uitzondering gemaakt worden voor de leerwerkplekken in de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo. Ook de invoering van het lage-inkomensvoordeel (LIV) per 1 januari 2017 moet het negatieve werkgelegenheidseffect voor jongeren beperken. Het LIV maakt het door de financiële bijdrage namelijk voordeliger voor werkgevers om werknemers met een inkomen tussen de 100% en 120% van het wettelijk minimumloon in dienst te nemen. Jongeren onder de 21 jaar, die nog geen 100% van het wettelijk minimumloon verdienen, vallen niet onder het bereik van het LIV.

De ingangsdatum van de voorgenomen aanpassing van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is nog niet definitief. Naar verwachting geldt het wettelijk minimumloon vanaf 22 jaar in 2017. Op basis van de effecten op de werkgelegenheid van jongeren zal vervolgens bepaald worden of de leeftijdsgrens in 2019 verder verlaagd wordt.

mr Emma van Dijk

Van Benthem & Keulen

Advocaten & Notariaat
emmavandijk@vbk.nl

column

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement