Carel van Bemmelen: koopman en koning van Katakle

Magazines | Utrecht Business Nr 2 - 2018 | Lees volledige uitgave online

“I love Benin, and I love Kissamey even more.” Diep in het binnenland van Benin staat een 65-jarige Nederlander met een imposant voorkomen op een podium. Ondanks de hitte, het stof en het zand is zijn overhemd onberispelijk wit. Zijn gehoor bestaat uit een kleine duizend inwoners uit de omgeving en 60 Nederlandse investeerders.

Tekst: Pieter Willemsen


 

Het is Loosdrechter en ras-ondernemer Carel van Bemmelen die spreekt. Achter hem staat het Nederlands Blazers Ensemble (NBE) in vol ornaat klaar om aan het concert te beginnen. Samen met lokale musici treedt het NBE op in Kissamey. De investeerders in het publiek hebben de afgelopen tien jaar samen tien miljoen euro geïnvesteerd in het werk van The Hunger Project om het einde van de honger in Benin dichterbij te brengen. Als Van Bemmelen uitgesproken is gaan de muzikanten los. Het wordt een geweldig concert waar de Nederlandse investeerders en de Beninese bewoners samen dansen. Ze vieren dat Kissamey zelfredzaam is geworden.

Wie het CV van Van Bemmelen bekijkt op LinkedIn, verwacht waarschijnlijk een geaffecteerd pratende en ietwat stijve man. Van Bemmelen maakte namelijk carrière bij Procter and Gamble, was directeur van Verkade en had tot voor kort commissariaten bij onder andere Auping en HAK. Maar wie hem voor een groep ziet praten ziet eerder een ondernemer dan een bestuurder. Een joviale, betrokken man met pretogen, makkelijk in de omgang en bijzonder direct. Met die kwaliteiten zorgde hij als medewerker van Procter and Gamble dat mensen wereldwijd overstapten op vloeibare toiletblokjes en hij zette Sanex op de kaart voor mannen door de eerste commerciële schaatsploeg van Rintje Ritsma te sponsoren. 

 

Fentener van Vlissingen

Van Bemmelens betrokkenheid met Benin begon ruim tien jaar geleden. Van Bemmelen was voor NPM Capital commissaris bij bedrijven waar de investeringsmaatschappij een belang in had. Namens NPM ging hij in 2007 voor het eerst mee op reis met The Hunger Project. Net als de andere ondernemers in het gezelschap geloofde hij niet in ontwikkelingshulp. Paul Fentener van Vlissingen, eigenaar van NPM Capital, kende The Hunger Project en overtuigde Carel om zich open te stellen tijdens de reis. Door de lokale aanpak, die gericht is op de ontwikkeling van mensen en het stimuleren van ondernemerschap, verdween stukje bij beetje de scepsis. Enthousiasme voor de resultaten van The Hunger Project kwam daar voor terug. “We hadden gezien dat het werkt. De verschillen in de dorpen die wel en nog niet meededen waren groot: hoe mensen zich kleedden, en dat ze nu wél genoeg te eten hadden.”

 

Van Bemmelen daagde de lokale directeur Pascal Djohoussou uit: “Ik vroeg Djohoussou: wat heb je nodig om een einde te maken aan de honger in Benin?” Met de antwoorden die hij gaf, gingen de ondernemers aan de slag. “Op het strand maakten we de eerste schets van een businessplan dat het Katakle investeerdersnetwerk zou worden.” De kern van het businessplan was een afgebakende periode met vastgestelde doelen. “We lieten zo zien dat het geen bodemloze put was waar mensen geld in zouden stoppen. Door dit eindpunt was het duidelijk dat we echt in mensen investeren.”

 

Pascal Djohoussou  de directeur van The Hunger Project in Benin was juist op zoek naar ondernemers als partner van zijn organisatie. Want in samenwerking met traditionele NGO’s worden de dorpelingen vaak vooral uitvoerders van andermans projecten. In de epicentra waar The Hunger Project actief is beginnen de bewoners met hun eigen visie op de toekomst van hun dorp te ontwikkelen. Daarna committeren ze zich, en komen ze in actie. Djohoussou: “Van de ondernemers kunnen de dorpelingen juist de duw in de rug krijgen om hun oogsten en inkomens op te krikken zodat ze zichzelf ‘armoedevrij’ en ‘hongervrij’ kunnen maken.” 

Tipping point

De benadering van The Hunger Project in Benin deed Van Bemmelen denken aan ‘The Tipping Point’ van Malcom Gladwell. Gladwell stelt dat als je tien procent van een bedrijf meekrijgt, je de organisatie kunt veranderen. Van Bemmelen: “Ik sprak een lokale arts die verantwoordelijk is voor dertig medische centra, waaronder twee in de dorpen waar The Hunger Project werkt. Hij was zo onder de indruk van de resultaten in onze klinieken dat hij nu in zijn 28 andere centra onze aanpak kopieert. Kijk, je kunt moeilijk verwachten dat in een dorp van 20.000 mensen alle mensen in dezelfde staat van ontwikkeling zijn. Sommige mensen zijn meer getalenteerd en gemotiveerd dan anderen, dat is hier niet anders.”

De methode van The Hunger Project

In afgelegen gebieden waar armoede en honger het grootst zijn zetten inwoners een ‘epicentrum’ op met steun van The Hunger Project. Dit gebeurt pas nadat er eerst onderzocht is of er in deze omgeving genoeg mensen zijn die in staat zijn om de ontwikkelingen te dragen. Daarna wordt in de eerste fase geïnventariseerd wat de mensen willen verbeteren, hoe ze dit gaan doen en hoe ze zich committeren. Het epicentrum is een gemeenschapshuis waar cursussen worden gegeven, een medische hulppost is  en waar een loket is voor microkredieten. De meest ondernemende mensen in het dorp worden vervolgens getraind. Bijvoorbeeld op het gebied van ondernemerschap, of gezonde voeding, of hoe ze effectiever kunnen boeren. Daarna trainen zij zelf hun buren. Alles is gericht op zelfredzaamheid. Er is ongeveer acht jaar nodig voor een epicentrum om zelfredzaam te worden. Wanneer een epicentrum zelfredzaam is, dan is het leiderschap in staat om op eigen kracht de ingeslagen weg voort te zetten. Het hoeft niet zo te zijn dat alle zelf gestelde voorwaarden voldaan is, maar er is genoeg vooruitgang en de gemeenschap is zelf in staat deze en nieuwe uitdagingen op te pakken. De steun van The Hunger Project is dan niet meer nodig. Met een groot feest wordt er afscheid genomen van elkaar. 

 

Katakle in Nederland

Terwijl in Benin achttien epicentra opgezet werden, ging Van Bemelen in Nederland aan de slag om het Katakle netwerk op te zetten. Enerzijds maakte hij Nederlandse bedrijven en ondernemers lid van de Katakle. Anderzijds trad hij toe tot de Raad van Toezicht van het in Utrecht gevestigde The Hunger Project Nederland. Zo werd hij een van de drijvende krachten van Katakle. Tijdens de reis kreeg hij de officieuze eretitel ‘koning van Katakle’.

 

Vanuit die functie trok Evelijne Bruning, directeur van die organisatie, veel samen met hem op. “Het is ontzettend fijn om met Carel te schakelen. Hij ziet heel snel wat er wel toe doet, en wat niet. Als ik ergens niet uitkom, hoef ik bijvoorbeeld maar een paar minuten met hem te bellen, en dan kan ik weer weken verder. Bovendien is hij altijd volledig zichzelf. Onder bankiers, onder de mensen in afgelegen dorpen in Benin, of onder invloedrijke politici, Carel blijft Carel. Een onontkoombare natuurkracht.” Van Bemmelen en de ondernemers in zijn kielzog hebben ook een impact gehad op The Hunger Project. Bruning: “Door de ondernemende geesten die ons steunen, met ons meedenken en controleren zijn wij een hele ondernemende NGO. We durven dingen aan te pakken en uit alle lijstjes en controle systemen blijkt bovendien dat we het goed doen.”

 

Goud als teken van welvaart

Onder leiding van Bruning en Van Bemmelen reisden de laatste week van april zestig Nederlandse investeerders mee naar Benin - uiteraard allemaal op eigen kosten. Voor Van Bemmelen is het zijn zesde reis naar Benin. In kleine groepjes bezoeken de investeerders de lokale projecten. Zo zien ze met eigen ogen wat er verbeterd is. De wereldwijde organisatie van The Hunger Project heeft een monitoringsysteem opgezet waarmee de behaalde resultaten exact kunnen worden gemeten. Eén van de kenmerken van Van Bemmelen is dat hij ingewikkelde dingen met een beeld kan schetsen. Ook de meetsystemen. “Ik kijk altijd naar de oren van mensen. Zie ik daar goud dan weet ik dat het goed gaat.” 

 

Rick Volkers, directeur en eigenaar van Volkers BV, een bedrijf in verpakkingen, is voor de derde keer mee naar Benin. Sinds 2011 is hij lid van Katakle. De eerste keer reisde hij alleen mee. De tweede keer ging zijn vrouw Elsbeth mee en nu in 2018 zijn hun kinderen ook mee. De investeerder uit Driebergen weet nog heel goed waarom hij betrokken is geraakt bij The Hunger Project: “Ik kan wel geld storten naar een goed doel of gironummer, maar dan mis ik de binding met de organisatie. Je hebt geen grip op wat er met je geld gebeurt. Bij Katakle heb ik dat wel. Het mooie hiervan is dat wij als ondernemers mee kunnen denken over de strategie bij The Hunger Project en we zien dat het werkt!” Voor Volkers is het van wezenlijk belang om samen op reis te gaan en de aanpak en resultaten van het werk te bekijken. ”Als je daar bent dan spreekt het echt, dan zie je pas hoe de situatie in Benin is.” Volkers is ook tijdens zijn derde reis onder de indruk van de mensen, vooral van de vrouwen: “Er gaat zoveel power en energie van deze mensen uit, om hun situatie te verbeteren, maar vooral ook om een betere toekomst voor hun kinderen te creëren. Scholing  en microkrediet zijn heel belangrijk. Met microkrediet worden mensen gestimuleerd en begeleid om zelf te gaan ondernemen. Zelf een toekomst op te bouwen. Daarin speelt zelfredzaamheid een grote rol!” 

 

Zelf haalt de ondernemer ook veel uit het netwerk. “Ik vind het heel goed dat ik mijn kinderen kan laten zien wat er nog meer op de wereld is. Maar in het netwerk heb ik ook vrienden gemaakt. Mensen die ik na de bijeenkomsten en reizen van The Hunger Project ook opzoek. We hebben veel herkenbare kwesties waarbij we met elkaar mee kunnen denken.” 

 

Niet klaar in Benin

Het businessplan dat Van Bemmelen en zijn eerste reisgenoten schreven was voor een periode van tien jaar. In die tien jaar bleek dat er toch meer nodig is om zelfredzaamheid te bereiken dan wat in 2008 op papier werd gezet. Want onderweg kreeg The Hunger Project Benin steeds beter inzicht in wat werkt, en wat niet. De aanpak werd verbeterd, waardoor nog meer diepe oorzaken van honger aangepakt konden worden. Van Bemmelen heeft tijdens de reis daarom als missie om de investeerders nog voor een paar jaar aan Katakle te verbinden. Bij elke gelegenheid neemt hij het woord. Hij roemt de mensen van de organisatie, onderstreept hoe veel goud hij in de oren heeft gezien en hoe belangrijk het werk is dat dankzij de leden van de Katakle groep gedaan kan worden. Hij zorgt hij dat hij met een bepaalde ondernemer alleen in een auto zit op weg naar een van de dorpen die bezocht worden. Door steeds op de juiste momenten de nadruk te leggen op wat er nog nodig is lukt het de Loosdrechter vrijwel alle aflopende contracten van de investeerders  te verlengen. Wie de drive van de verder gepensioneerde zakenman ziet, weet dat hij de komende jaren doorgaat met het werven van nieuwe ondernemers die mee gaan investeren in het einde van honger in Benin. De koning van Katakle is nog niet uitgeregeerd. 

delen:

Utrecht Business Nr 2 - 2018

Lees volledige uitgave online
Algemene voorwaarden | privacy statement