Energietransitie meer dan een technische opgave: Beelden in plaats van tabellen
Binnen dertig jaar wil Nederland kolen, olie en aardgas vervangen door energie uit hernieuwbare bronnen. Opwek en transport van fossiele energie spelen zich vooral buiten ons gezichtsveld af. Windmolens en zonneparken zijn juist prominent aanwezig. Tot groot verdriet van velen; nieuwe plannen kunnen steevast op weerstand rekenen. Daarbij komt dat woningbouw, bedrijvigheid en natuur met de energietransitie strijden om de schaarse ruimte. Lastige keuzes zijn onvermijdelijk. Dit vereist een zorgvuldige maatschappelijke dialoog. Met een rapport van Studio AMO levert een grote groep stakeholders een bijdrage aan de noodzakelijke discussie.
“Door de omslag naar schone energie gaat Nederland flink op de schop,” stelt Olof van der Gaag, directeur van De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). “Waar fossiele energie van onder de grond komt, is van een hernieuwbaar energiesysteem méér te zien.”
Discussie op gang
Dit was aanleiding voor een groot aantal organisaties en bedrijven uit de energiesector om studio AMO opdracht te geven voor een studie naar de mogelijke veranderingen in Nederland door de energietransitie. Van der Gaag: “De meeste beleidsnotities en visies bestaan vooral uit tabellen, cijfers en tekst. De AMO-studie laat juist zien hoe zonne- en windenergie kunnen worden ingepast, industriële landschappen kunnen veranderen en snelwegen of de agrarische sector eruit kunnen komen te zien. De studie is gebaseerd op realistische uitgangspunten, maar bevat ook speelse, inspirerende en prikkelende beelden. Dit brengt de broodnodige discussie over de veranderende inrichting van Nederland verder op gang.”
Voorkeur voor zee
Windenergie op land schuurt nadrukkelijk met het dagelijkse bestaan van bewoners, constateert ook de AMO-studie. Locaties waarbij de hinder zoveel mogelijk wordt beperkt, hebben daarom de voorkeur. Een groot deel van de energiebehoefte van Nederland kan worden opgewekt met windmolens op zee. Dit heeft gevolgen voor het gebruik van de zee, het uitzicht erop en de biodiversiteit. Dat laatste is een belangrijk onderwerp dat tijdens de bouw van windmolens niet uit het oog mag worden verloren, stelt AMO.
Ruimte voor industrie
In de strijd om ruimte raken nieuwe energiesystemen onvermijdelijk de activiteit die in Nederland de meeste plaats inneemt: landbouw. Naast bij de risico’s die dit met zich meebrengt, ziet de studie zeker ook kansen.
AMO wijst verder op de tweeledige impact van industriële clusters. De industrie is verantwoordelijk voor een groot deel van de CO2-uitstoot maar is tegelijkertijd onmisbaar bij de energietransitie. Denk aan de productie van windmolens, elektrolysers en kabels die nodig zijn voor de uiteindelijke omschakeling. Om dit proces te versnellen, heeft deze industrie meer ruimte nodig. Bij de inrichting van Nederland moet hier de komende decennia rekening mee worden gehouden.
Schaarse grondstoffen
Ook autogebruik is verantwoordelijk voor een aanzienlijk gedeelte van de CO2-uitstoot. En ook hierbij spelen tegengestelde krachten, stelt AMO. Elektrisch vervoer is emissieloos, maar bij de productie ervan zijn zeldzame grondstoffen nodig. Het is onzeker of de voorraad hiervan voldoende is om onze huidige voertuigenvloot te vervangen.
Naast technische mogelijkheden en innovaties bepaalt ook ons gedrag de mobiliteit van morgen. Als mensen minder autokilometers maken, leidt dat tot veranderingen in de woonomgeving; vooral in grote steden waar vervoersalternatieven ruim voorhanden zijn.
Onverwachte kansen
Naast een schets van de inhoudelijke kaders brengt de studie de mogelijke impact van de energietransitie op ons landschap prikkelend in beeld. Voor Van der Gaag is daarmee de missie van de opdrachtgevers geslaagd. “Ik word blij van de vele mogelijkheden uit het boek en het filmpje van AMO. Niet de moeilijkheden en de weerstand staan centraal, maar de onverwachte kansen. Fijn. Ik houd van de contour van Nederland inclusief ons deel van de Noordzee; er kan zoveel in die zee. Bijvoorbeeld meer oesters, zeewieren en vissen dankzij de fundamenten van windmolens. Een intensief gebruikt, hoogindustrieel landschap enerzijds en meer natuur anderzijds spreken mij ook aan. Net als dat beeld van de zero emissiezones in het hart van de stad als gezondste leefomgeving: daar wil ik wel wonen.”
Feest in 2050
De overgang van fossiele naar duurzame energiebronnen is veel meer dan een technische exercitie. De visuele impact speelt een cruciale rol bij de beleving en acceptatie van de inwoners. “Verandering roept sowieso weerstand op, maar dat is nog geen reden om het niet na te streven,” stelt Van der Gaag. “Iedere energietechniek, zowel fossiel als duurzaam, heeft nadelen. Het is zaak om samen met mensen, zoals omwonenden of gebruikers van de energie, te bepalen hoe we meer duurzame energie kunnen opwekken en transporteren, en om te laten zien wat het hen oplevert. Ik verheug me al op dat feest in 2050, als Nederland energieneutraal is.”
De studie van AMO kwam tot stand in opdracht van Netbeheer Nederland, NVDE, Alliander, EBN, Element NL, Energie-Nederland, Enexis, Gasunie, Groningen Seaports, Port of Rotterdam en TNO.
Het complete rapport en een toelichtende film zijn te vinden op nvde.nl.
NEDERLANDSE VERENIGING DUURZAME ENERGIE
De 1.600 leden van de NVDE zijn actief op het gebied van zon- en windenergie, aardwarmte, groene waterstof, warmtepompen en energiebesparing. Ook netbeheerders zijn lid. Met bijna 200.000 werknemers realiseren de leden samen een jaaromzet van ruim € 43 miljard.