Centraal Museum vindt zichzelf opnieuw uit

Magazines | Utrecht Business Nr 6 - 2014 | Lees volledige uitgave online

Centraal Museum vindt zichzelf opnieuw uit

‘Highlights waar je

niet omheen kunt’

TEKST HANS HAJÉE FOTOGRAFIE HANS KOKX

Onder leiding van Edwin Jacobs en Marco Grob vindt het 176-jarige Centraal Museum Utrecht zichzelf opnieuw uit. Van een gemeentelijke afdeling werd het museum omgevormd tot zelfstandige stichting. De band met de stad en de bewoners is hersteld. ‘Door de koppeling van onze collecties met de omgeving heeft het museum haar positie hernomen,’ aldus Jacobs. ‘Het is nu een natuurlijk moment om de verdere focus te bepalen.’

Voordat hij aantrad als directeur van het Centraal Museum vervulde Edwin Jacobs dezelfde functie bij De Lakenhal in Leiden. Voordien werkte hij bij museum Jan Cunen in Oss. Toch was Utrecht vertrouwd terrein. ‘Tijdens mijn studietijd in Tilburg kwam ik er veel; in Tivoli, de Vrije Vloer en uiteraard het Centraal Museum.’

Uitdagende lijst

Het Utrechtse museum maakte een hectische periode door. Na het veelbesproken vertrek van directeur Pauline Terreehorst en een interimperiode lag in 2009 een uitdagende to-do lijst klaar voor Jacobs. ‘Naast het formuleren van een toekomstvisie stond de omvorming van gemeentelijke dienst tot een zelfstandige stichting hoog op die lijst. Tekorten moesten weggewerkt worden, efficiency en effectiviteit verbeterd. Het museum moest opnieuw zichtbaar worden en versterking van de band met de stad was dringend vereist.’ Jacobs staat niet alleen voor deze opgaven. ‘De hulp en deskundigheid van mijn mede-directielid Marco Grob is onontbeerlijk in het behaald succes. Marco is zakelijk directeur, als algemeen directeur ben ik artistiek en inhoudelijk verantwoordelijk.’

Op afstand

Met 90 medewerkers is het Centraal Museum een grote organisatie, altijd gewend binnen de gemeentelijke structuur te opereren. ‘De omzetting in een zelfstandige stichting was een ingrijpend proces met veel impact. In het verlengde daarvan streven we naar meer eigen inkomsten en nieuwe verdienmodellen. Ook is geïnvesteerd in de band met de stad; in relaties met politiek en bestuur, in Utrechtse netwerken. Dat was nodig, want velen herkenden zich niet meer in het museum.’

De grondslag daarvoor ligt volgens Jacobs in de vijftiger jaren. ‘Toen werd besloten te focussen op oude kunst. In de decennia daarna zocht vrijwel heel Nederland juist aansluiting met de actualiteit. Dat vertaalde zich in cultuur, in kunst en opleidingen. Het Centraal Museum hield zich daar niet mee bezig. De uitzonderingspositie was een structurele rode draad in het beleid. Daarmee bevond het museum zich op afstand van tal van ontwikkelingen.’

Grundfindung

Om het museum dichterbij Utrecht en de Utrechters te brengen, nam Jacobs een actuele tendens als uitgangspunt. ’Mensen hebben behoefte aan Grundfindung, aan plaatsbepaling; waar kom je vandaan, wat is de link met het verleden, met de omgeving? Kijk naar stamboomonderzoek. Vroeger trof je in een archief alleen bejaarde mannen aan, nu verdiepen hele volksstammen zich in hun familiegeschiedenis. De migratiestroom heeft dat aangewakkerd. We willen ons identificeren. Beelden en voorwerpen die ons culturele DNA vormen, helpen daarbij. Ze zijn een krachtige referentie.’

De collectie van het Centraal Museum bevat een groot aantal van dergelijke elementen. ‘Uiteraard beschikt het museum over tal van voorwerpen die de stadsgeschiedenis illustreren. Verder is er de unieke kostuumcollectie. Of neem onze Caravaggisten; Utrechtse kunstenaars met een eigen signatuur.’ Ook vormgeving is een speerpunt. ‘De Stijl is hier begonnen, met Gerrit Rietveld als internationaal icoon. En wat dacht je van Dick Bruna?’

Ultieme verbeelding

Al deze collectiestukken kwamen de afgelopen periode aan bod, met verschillende opstellingen en invalshoeken. ‘Zij maken een connectie, zorgen voor Grundfindung. Inwoners van Utrecht maar ook andere bezoekers kunnen hier hun relatie tot de stad en hun roots ontdekken en versterken. Door die behoefte te faciliteren, is het museum verbonden met de tijdgeest. Dáár ligt onze focus, niet op actuele kunst. Wel mengen we collectiestukken met actuele uitingen. Denk aan de foto’s van Craigie Horsefield. Hij kreeg opdracht om Utrechters te portretteren in een lokale setting. Twee van zijn werken hingen op zaal, tussen Caravaggisten en modernisten. Een bijna ultieme verbeelding van de actuele relatie tussen stad en museum. Fantastisch.’

Samenballing

Door de koppeling van de collecties met de omgeving heeft het Centraal Museum haar positie hernomen, stelt Jacobs. ‘Het is nu een natuurlijk moment om de verdere focus te bepalen.’ De museumdirecteur houdt van woorden, ook uit andere talen, die een verdiepte betekenis krijgen. ‘Bij de verdere ontwikkeling van het museum is het Franse confluence – samenvloeiing – een treffende term. Het is ook de naam van een wijk in Lyon waar twee rivieren in elkaar opgaan. Ons proces om te komen tot meer focus zie ik ook zo; als een gerichte samenballing, zonder bestaande verworvenheden uit het oog te verliezen.’ Doel is juist om deze verder te versterken. ‘Zo bekijken we het Dick Bruna Huis specifieker, verdiepen het concept. Andere elementen zullen volgen.’

De focus van het museum krijgt mede richting door de vernieuwde hardware. ‘We zitten middenin een ingrijpende verbouwing. Afgelopen zomer is de tuinzaal opgeleverd. Begin 2015 volgen de stallen; die krijgen een bovengrondse verbinding vanaf de refter. Daarna wordt de nieuwe entree aan de Agnietenstraat in gebruik genomen. Waar nu de ticketoffice zit, komt een horecagelegenheid. Ook de tuin wordt opnieuw ingericht. Al deze aanpassingen helpen bezoekers beter hun weg te vinden in het complexe gebouw. Ze dragen ook bij aan de uitstraling en de zichtbaarheid van het museum.’

Dragende relatie

Hoe staat het met de zichtbaarheid bij het bedrijfsleven, als belangrijke stakeholder? ‘We zijn trots op de relatie met Rabobank Utrecht. De stad bindt ons; beide organisaties verbinden en versterken elkaar. Goed voorbeeld van kruisbestuiving is ook de samenwerking met Thom Broekman bij de expositie Jeans.’ Jacobs wil de band met het bedrijfsleven hechter maken. ‘Na de verbouwing biedt het museum tal van mogelijkheden voor bijeenkomsten en evenementen. Ook inhoudelijk kunnen wij van betekenis zijn. Met een aantal partijen lopen gesprekken over een bijdrage aan hun imago en zichtbaarheid.’ Idealiter is sprake van een wederzijds dragende relatie tussen museum en bedrijfsleven. ‘Bezoek aan musea, aan culturele infrastructuur versterkt de beeldvorming van de stad en zorgt voor inkomsten. Er is dus een gedeeld belang bij de gezamenlijke inzet om Utrecht nog nadrukkelijker op de kaart te zetten.’

Wauw

Het bezoekersaantal is een belangrijke graadmeter voor het succes van een museum. ‘Toen ik aantrad waren er 120.000 bezoekers, in 2013 zaten wij op 150.000. Dit jaar doen we zoals verwacht een stapje terug. Vanaf het voorjaar zijn de stallen niet inzetbaar; dat betekent ruim 1.000 m2 expositieruimte minder. Maar de bezoekersdaling is relatief beperkt. Een expositie zoals Piet Paris trekt een breed publiek met veel jonge bezoekers. In 2015 is 60 jaar Nijntje een absoluut hoogtepunt. Dat wordt wereldwijd gevierd met Utrecht als centrale plek.’

Een streefgetal van 200.000 bezoekers is volgens Jacobs ambitieus maar op termijn zeker niet onmogelijk. ‘Om dat te bereiken, moeten we mensen verrassen. Een beleving creëren waardoor bezoekers denken: “Wauw; dat zoiets gebeurt in Utrecht.” Met behoud van het bestaande fundament wil het Centraal Museum de komende jaren highlights tonen waar je niet omheen kunt.’ n

opvallend

CENTRUM VAN DE WERELD

Edwin Jacobs vindt Utrecht de meest onderscheidende stad van Nederland. ’Wij beschikken over specialisten op tal van gebieden. Neem het Utrecht Science Park waar – onder meer – voedseltechnologie verbonden wordt met welzijn en medische ontwikkeling, plus een commerciële component. Denk zeker ook aan artistieke disciplines. Impakt, BAK en Fotodok zijn stuk voor stuk kleinschalige initiatieven die door hun specifieke kwaliteit ook internationaal veel aandacht trekken.’

In omgekeerde vorm is dit gegeven uitgangspunt bij Jacobs’ ultieme droom. ‘Het liefst zou ik met een Utrecht-mobiel over de wereld willen reizen. Bangladesh, Qatar, IJsland en Peru; overal zou ik lokale toptalenten willen binden en meenemen naar Utrecht. Bij terugkomst is de stad dan het centrum van de wereld door al dat verzamelde talent.’

’Mensen hebben behoefte aan

Grundfindung, aan plaatsbepaling;

waar kom je vandaan, wat is de link

met het verleden, met de omgeving?’

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement