Column: werkgever mag hoofddoek verbieden

Magazines | Utrecht Business Nr 2 - 2017 | Lees volledige uitgave online

Hof van Justitie EU: werkgever mag

hoofddoek verbieden

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 14 maart 2017 geoordeeld dat een werkgever een werknemer mag verbieden om politieke, filosofische of religieuze symbolen te dragen. Een werkgever mag van een werknemer verlangen dat hij zich neutraal kleedt. De kledingvoorschriften dient een werkgever op te nemen in een bedrijfsreglement. In dat geval zal geen sprake zijn van discriminatie, nu de werkgever geen direct onderscheid

maakt naar religie of geloofsovertuiging.

Mr. merel raab - Van Benthem & Keulen Advocaten & Notariaat - e-mail: merelraab@vbk.nl - telefoon: +31 30 259 55 39

Ontslag wegens hoofddoek

Een werkneemster startte een procedure in België, nadat zij was ontslagen omdat zij had aangekondigd om tijdens werktijd een hoofddoek te gaan dragen. Bij zowel de arbeidsrechtbank in Antwerpen als het arbeidshof in Antwerpen kreeg de werkneemster nul op haar rekest: zij was immers niet ontslagen niet wegens haar islamitische geloofsovertuiging. De werkneemster ging echter in cassatie bij het Belgische Hof van Cassatie. Het Hof van Cassatie verzocht vervolgens het Europese Hof van Justitie om uitleg te geven over de interpretatie van de Europese richtlijn tegen discriminatie.

Wat speelde er in deze zaak?

Een receptioniste van G4S werd in 2006 ontslagen, omdat zij had aangekondigd een hoofddoek te gaan dragen. Bij G4S gold een ongeschreven regel op grond waarvan werknemers op het werk geen zichtbare tekens van hun politieke, filosofische of religieuze overtuigingen mochten dragen. De werkneemster had aan haar leidinggevenden medegedeeld dat zij voornemens was om voortaan tijdens haar werk een hoofddoek te dragen.

De directie van G4S had de werkneemster daarop medegedeeld dat het dragen van een hoofddoek niet zou worden getolereerd, omdat het zichtbaar dragen van politieke, filosofische of religieuze tekens indruiste tegen de neutraliteit die binnen G4S gold. Kort voor het ontslag van de werkneemster had G4S in haar bedrijfsreglement opgenomen dat het een werknemer niet was toegestaan om politieke, filosofische of religieuze symbolen te dragen.

Oordeel Europese Hof van Justitie

Het verbieden van het dragen van een hoofddoek tijdens werktijd, hoeft geen directe discriminatie op te leveren volgens het Hof van Justitie. Wanneer de werknemer in contact komt met klanten van de werkgever, kan het voor een werkgever van belang zijn dat een werknemer zich neutraal kleedt. Het verbieden van het dragen van politieke, filosofische of religieuze symbolen zal in dat geval de enige manier zijn om zeker te stellen dat een werknemer neutraal overkomt. De kledingvoorschriften dienen wel vermeld te staan zijn in het bedrijfsreglement. Staat in het bedrijfsreglement hier niets over opgenomen, dan is niet uitgesloten dat sprake is van discriminatie wanneer een werkgever een werknemer ontslaat vanwege het dragen van bijvoorbeeld een hoofddoek. Wanneer een werknemer met een bepaalde religie of geloofsovertuiging toch nadeel van de ogenschijnlijke neutrale kledingvoorschriften ondervindt, dan kan er mogelijk sprake zijn van indirecte discriminatie.

Het is nu aan het Belgische Hof om te oordelen of er sprake is van (al dan niet gerechtvaardigde) indirecte discriminatie en of G4S ook daadwerkelijk tot het ontslag kon overgaan. Zo is het de vraag of het voor G4S mogelijk was om de werkneemster een andere functie aan te bieden waarin zij geen contact had met klanten, in plaats van haar te ontslaan.

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement