Het einde van de VAR

Magazines | Utrecht Business Nr 1 - 2016 | Lees volledige uitgave online

Het einde van de VAR

De verklaring arbeidsrelatie (“VAR”) is met name bedoeld als hulpmiddel voor de kwalificatie van de inkomsten van een opdrachtnemer. Als de opdrachtnemer beschikt over een VAR-wuo of een VAR-dga, is de opdrachtgever gevrijwaard van de verplichting om loonbelasting en premie volksverzekeringen op de vergoeding in te houden en premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet over de vergoeding te betalen. Omdat in de praktijk is gebleken dat de VAR vaak een schijnzekerheid biedt en de Belastingdienst de opdrachtgever daar niet op kan aanspreken, is door de regering voorgesteld het bestaande systeem op de schop te nemen.

Na een langdurig wetgevingstraject is de kogel door de kerk: de VAR wordt afgeschaft. Op 2 februari 2016 heeft de Eerste Kamer de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties aangenomen. Deze wet regelt het nieuwe regime: opdrachtgevers en opdrachtnemers zullen in plaats van de VAR gebruik kunnen maken van overeenkomsten die door de Belastingdienst zijn opgesteld of beoordeeld. De Belastingdienst heeft een aantal algemene modelovereenkomsten opgesteld en gepubliceerd waarbij er op papier geen sprake is van een dienstbetrekking.

De modelovereenkomsten zien onder meer op de situatie waarin geen sprake is van werkgeversgezag, de opdrachtnemer vrij te vervangen is en een opdrachtnemer via een intermediair voor een derde werkt. Daarnaast heeft de Belastingdienst een aantal voorbeeldovereenkomsten voor specifieke branches en beroepsgroepen beoordeeld en gepubliceerd.

Door een van de modelovereenkomsten of een door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst te gebruiken, mag de opdrachtgever ervan uit gaan dat hij geen loonheffingen hoeft in te houden of af te dragen mits partijen op de werkvloer ook daadwerkelijk uitvoering geven aan wat zij op papier zijn overeengekomen. De opdrachtnemer is dan ook niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Van belang is dat het nieuwe systeem (in tegenstelling tot de VAR) geen vrijwaring biedt. Dit betekent dat de Belastingdienst alsnog loonheffingen en premies kan incasseren bij de opdrachtgever als bijvoorbeeld blijkt dat in de praktijk niet conform de overeenkomst wordt gewerkt en toch sprake is van een dienstbetrekking. De nieuwe wet stelt de Belastingdienst dus in staat om beter te handhaven en het gebruiken van een modelovereenkomst biedt in feite geen definitieve zekerheid.

Een bestaande VAR is geldig tot 1 mei 2016. Vanaf 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 geldt er een implementatietermijn. Tot die tijd houdt de Belastingdienst wel toezicht, maar wordt terughoudend omgegaan met het handhaven van de nieuwe regels (tenzij sprake is van fraude). Op deze manier worden opdrachtnemers en opdrachtgevers in de gelegenheid gesteld om de werkwijze en overeenkomsten aan te passen aan het nieuwe systeem. n

mr Laura Kiebert

Van Benthem & Keulen

Advocaten & Notariaat
laurakiebert@vbk.nl

column

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement