Op de huid van Viktor Wijnen

Magazines | Utrecht Business Nr 5 - 2013 | Lees volledige uitgave online

Op de huid van Viktor Wijnen

‘Niet zeiken,

maar zwoegen’

TEKST MART RIENSTRA FOTOGRAFIE HANS KOKX

In de afgelopen jaren is de gamesindustrie in Utrecht en in Nederland zowel in kwantiteit als in kwaliteit fors toegenomen. Waren er rond de eeuwwisseling slechts enkele bedrijven in deze sector actief, nu telt ons land ruim 330 gamebedrijven. Hoe verklaart u dit succes?

‘Er wordt lean en mean gewerkt. Zo wordt een idee voor een game meteen getest in de doelgroep. Op basis van hun feedback wordt het prototype aangepast en vindt opnieuw terugkoppeling plaats. Er verschijnt geen game op de markt waarvan niet zeker is dat daar vraag naar is. Sterker nog; ook na de introductie vindt continu feedback plaats. Ik denk dat de gamesindustrie daar redelijk uniek in is.

Wat is uw favoriete werkplek?

Voor zover ik er één heb – want mijn favoriete werktijden zijn ’s avonds en

’s nachts – is dat hier op kantoor. Maar

in principe werk ik overal: in de trein,

op locatie en ook thuis.

Wat is uw grootste talent?

De Engelsen hebben daar een passende uitdrukking voor: ‘Jack of all trades’, met de toevoeging: ‘Master of none’. Ik weet heel weinig van heel veel, maar ben in staat om mij vast te bijten in uiteenlopende materie. Dat heeft ook met mijn brede belangstelling te maken. En met het feit dat ik graag omga met verschillende mensen; van creatieven tot ambtenaren, van bestuurders tot ondernemers. Waarbij ik in het bijzonder respect heb voor ondernemers; zij nemen de risico’s, zij creëren werkgelegenheid en welvaart. Voor succes is het dus nodig dat je je verplaatst in hun beleving, zonder daarbij bijvoorbeeld de dynamiek en complexiteit van de overheid uit het oog te verliezen.

Heeft de huidige economische crisis ook positieve effecten?

Absoluut, hoewel dat voor een grote groep mensen helaas niet het geval is. Die mensen zijn bezig met werk zoeken en ervoor te zorgen dat de poep de ventilator niet bereikt. Maar ook zij zullen zich realiseren dat wij het in Nederland nog goed voor elkaar hebben. Er is gelukkig altijd wel een vangnet. Wat ik inspirerend aan deze crisis vind, is dat we creatiever worden, authentieker ook. We hechten meer waarde aan onze banen en zijn eerder bereid een tandje bij te schakelen. Zonder dat we daar meteen weer over klagen.

Wat is uw favoriete stad?

Utrecht, zonder enige twijfel. Zowel rationeel als emotioneel. Ik ben in deze regio geboren en getogen, hier voel ik mij thuis, hier kom ik thuis. Bovendien heeft de stad veel te bieden: cultuur, historie, winkels. Ook beschikt Utrecht over de ideale maat; je kunt hier werken en wonen, zelfs met kinderen. Wat mij echter opvalt – zeker in vergelijking tot Amsterdam – is dat wij minder trots zijn op onze stad. We hebben een soort minderwaardigheidscomplex, verkopen Utrecht ook minder goed. Naar onszelf en naar buiten. Vreemd voor de mooiste stad van Nederland…

Waar bent u onlangs van geschrokken?

Als fan van Teletekst zag ik laatst twee berichten vlak na elkaar: de onderzoeksrobot Curiosity had water gevonden op Mars en de ontdekking van een uitgebreid spionagenetwerk in de VS. In één oogopslag werd ik geconfronteerd met de grootsheid en de platheid van de mens. Hoe is het mogelijk dat wij beide in ons verenigen? Hoe is het mogelijk dat wij de meest bijzondere ontdekkingen doen, maar diezelfde dag nog balen van regen op de fiets…?

Met wie wilt u een beschuitje eten?

Een beschuitje ligt bij mij niet voor de hand; als avondmens prefereer ik een borrel. Hiervoor zou ik twee mensen uitnodigen: journalist Wouter de Heus en burgemeester Aleid Wolfsen. Eerstgenoemde trok vier jaar geleden in het Stadsblad stevig van leer over de dure tussenwoning van de burgemeester. Wolfsen eiste correctie en liet daarop de complete oplage uit de handel nemen; een blunder die zijn burgemeesterschap negatief heeft beïnvloed. Onder andere Wouter de Heus is toen meerdere keren met gestrekt been de confrontatie met hem aangegaan. Een dusdanig sterke opinie fascineert mij altijd enorm. Waar komt dat vandaan? Ik zou graag willen zien hoe die twee zich tot elkaar verhouden in een gesprek in de kroeg. Hebben ze überhaupt wel eens een één-op-één-gesprek gehad? Daar komt bij dat ik niet geloof in alleen zeiken vanaf de bühne. Negatieve energie, daar is geen enkel land groot mee geworden.

Welke auto rijdt u?

Een grijze Seat Ibiza. En hiervoor een Toyota Starlet. Ik heb niets met auto’s…

Heeft u een levensmotto?

Ik vind het leven een cadeautje. Maar je moet er wel keihard voor werken. En je bent verantwoordelijk voor je eigen geluk, voor je eigen kansen. Iedereen die daartoe in staat is, heeft die verplichting. Bij de jonge generatie maak ik mij daar weinig zorgen over. Zij denken internationaal en bij voorkeur in oplossingen. Zij opereren ook zonder angst en met vertrouwen. Of de oudere generatie altijd kansen ziet en deze durft te pakken, weet ik niet.

Voor welk tv-programma blijft u thuis?

Geen. Ik heb sinds kort een abonnement op Netflix. Zij geven het juiste antwoord op alle vragen van contentleveranciers die zeuren over rechten, downloadafspraken en de wetgeving hierover. Netflix is eindelijk een product dat inspeelt op de behoeften van de klant: kijken naar series wanneer jij wilt. Netflix is niet de toekomst, maar het heden.

Wie is uw idool?

Ik ben een boekenmens, dus mijn idolen zijn vooral schrijvers. Om te beginnen Paul Rodenko, een sublieme Nederlandse dichter die mij met zijn surrealistische vocabulaire telkens weet te raken. Of schrijver Paul Auster van The New York Trilogy of Douglas Coupland maar ook Stephen King; schrijvers die beroeren.

Als u geen bestuurder zou zijn, wat dan?

Ik heb altijd twee beroepen geambieerd: journalist en volksvertegenwoordiger. Als journalist zou ik het een enorme uitdaging vinden om meer duiding aan het nieuws achter het nieuws te geven en daar een businessmodel voor te creëren. Als volksvertegenwoordiger vind ik het eervol om met publiek vertrouwen en zonder ego het verschil te maken. Want op die positie kun je dat. En dan ben je het verplicht. Aan de samenleving, aan jezelf. n

Meer dan duizend belangstellenden bezochten eind september in het stadhuis van Utrecht INDIGO. Tijdens deze gamebeurs toonden tientallen Nederlandse developers hun kunsten. Het evenement werd georganiseerd door Dutch Game Garden, de Utrechtse stichting die met veel succes ontwikkelaars aan personeel en investeerders koppelt en tegelijkertijd huisvesting en begeleiding biedt. Zakelijk directeur is Viktor Wijnen-de Bont. ‘Er is geen sector die zo lean en mean werkt als de gamesindustrie.’

In de afgelopen jaren is de gamesindustrie in Utrecht en in Nederland zowel in kwantiteit als in kwaliteit fors toegenomen. Waren er rond de eeuwwisseling slechts enkele bedrijven in deze sector actief, nu telt ons land ruim 330 gamebedrijven. Hoe verklaart u dit succes?

‘Er wordt lean en mean gewerkt. Zo wordt een idee voor een game meteen getest in de doelgroep. Op basis van hun feedback wordt het prototype aangepast en vindt opnieuw terugkoppeling plaats. Er verschijnt geen game op de markt waarvan niet zeker is dat daar vraag naar is. Sterker nog; ook na de introductie vindt continu feedback plaats. Ik denk dat de gamesindustrie daar redelijk uniek in is.

Wat is uw favoriete werkplek?

Voor zover ik er één heb – want mijn favoriete werktijden zijn ’s avonds en

’s nachts – is dat hier op kantoor. Maar

in principe werk ik overal: in de trein,

op locatie en ook thuis.

Wat is uw grootste talent?

De Engelsen hebben daar een passende uitdrukking voor: ‘Jack of all trades’, met de toevoeging: ‘Master of none’. Ik weet heel weinig van heel veel, maar ben in staat om mij vast te bijten in uiteenlopende materie. Dat heeft ook met mijn brede belangstelling te maken. En met het feit dat ik graag omga met verschillende mensen; van creatieven tot ambtenaren, van bestuurders tot ondernemers. Waarbij ik in het bijzonder respect heb voor ondernemers; zij nemen de risico’s, zij creëren werkgelegenheid en welvaart. Voor succes is het dus nodig dat je je verplaatst in hun beleving, zonder daarbij bijvoorbeeld de dynamiek en complexiteit van de overheid uit het oog te verliezen.

Heeft de huidige economische crisis ook positieve effecten?

Absoluut, hoewel dat voor een grote groep mensen helaas niet het geval is. Die mensen zijn bezig met werk zoeken en ervoor te zorgen dat de poep de ventilator niet bereikt. Maar ook zij zullen zich realiseren dat wij het in Nederland nog goed voor elkaar hebben. Er is gelukkig altijd wel een vangnet. Wat ik inspirerend aan deze crisis vind, is dat we creatiever worden, authentieker ook. We hechten meer waarde aan onze banen en zijn eerder bereid een tandje bij te schakelen. Zonder dat we daar meteen weer over klagen.

Wat is uw favoriete stad?

Utrecht, zonder enige twijfel. Zowel rationeel als emotioneel. Ik ben in deze regio geboren en getogen, hier voel ik mij thuis, hier kom ik thuis. Bovendien heeft de stad veel te bieden: cultuur, historie, winkels. Ook beschikt Utrecht over de ideale maat; je kunt hier werken en wonen, zelfs met kinderen. Wat mij echter opvalt – zeker in vergelijking tot Amsterdam – is dat wij minder trots zijn op onze stad. We hebben een soort minderwaardigheidscomplex, verkopen Utrecht ook minder goed. Naar onszelf en naar buiten. Vreemd voor de mooiste stad van Nederland…

Waar bent u onlangs van geschrokken?

Als fan van Teletekst zag ik laatst twee berichten vlak na elkaar: de onderzoeksrobot Curiosity had water gevonden op Mars en de ontdekking van een uitgebreid spionagenetwerk in de VS. In één oogopslag werd ik geconfronteerd met de grootsheid en de platheid van de mens. Hoe is het mogelijk dat wij beide in ons verenigen? Hoe is het mogelijk dat wij de meest bijzondere ontdekkingen doen, maar diezelfde dag nog balen van regen op de fiets…?

Met wie wilt u een beschuitje eten?

Een beschuitje ligt bij mij niet voor de hand; als avondmens prefereer ik een borrel. Hiervoor zou ik twee mensen uitnodigen: journalist Wouter de Heus en burgemeester Aleid Wolfsen. Eerstgenoemde trok vier jaar geleden in het Stadsblad stevig van leer over de dure tussenwoning van de burgemeester. Wolfsen eiste correctie en liet daarop de complete oplage uit de handel nemen; een blunder die zijn burgemeesterschap negatief heeft beïnvloed. Onder andere Wouter de Heus is toen meerdere keren met gestrekt been de confrontatie met hem aangegaan. Een dusdanig sterke opinie fascineert mij altijd enorm. Waar komt dat vandaan? Ik zou graag willen zien hoe die twee zich tot elkaar verhouden in een gesprek in de kroeg. Hebben ze überhaupt wel eens een één-op-één-gesprek gehad? Daar komt bij dat ik niet geloof in alleen zeiken vanaf de bühne. Negatieve energie, daar is geen enkel land groot mee geworden.

Welke auto rijdt u?

Een grijze Seat Ibiza. En hiervoor een Toyota Starlet. Ik heb niets met auto’s…

Heeft u een levensmotto?

Ik vind het leven een cadeautje. Maar je moet er wel keihard voor werken. En je bent verantwoordelijk voor je eigen geluk, voor je eigen kansen. Iedereen die daartoe in staat is, heeft die verplichting. Bij de jonge generatie maak ik mij daar weinig zorgen over. Zij denken internationaal en bij voorkeur in oplossingen. Zij opereren ook zonder angst en met vertrouwen. Of de oudere generatie altijd kansen ziet en deze durft te pakken, weet ik niet.

Voor welk tv-programma blijft u thuis?

Geen. Ik heb sinds kort een abonnement op Netflix. Zij geven het juiste antwoord op alle vragen van contentleveranciers die zeuren over rechten, downloadafspraken en de wetgeving hierover. Netflix is eindelijk een product dat inspeelt op de behoeften van de klant: kijken naar series wanneer jij wilt. Netflix is niet de toekomst, maar het heden.

Wie is uw idool?

Ik ben een boekenmens, dus mijn idolen zijn vooral schrijvers. Om te beginnen Paul Rodenko, een sublieme Nederlandse dichter die mij met zijn surrealistische vocabulaire telkens weet te raken. Of schrijver Paul Auster van The New York Trilogy of Douglas Coupland maar ook Stephen King; schrijvers die beroeren.

Als u geen bestuurder zou zijn, wat dan?

Ik heb altijd twee beroepen geambieerd: journalist en volksvertegenwoordiger. Als journalist zou ik het een enorme uitdaging vinden om meer duiding aan het nieuws achter het nieuws te geven en daar een businessmodel voor te creëren. Als volksvertegenwoordiger vind ik het eervol om met publiek vertrouwen en zonder ego het verschil te maken. Want op die positie kun je dat. En dan ben je het verplicht. Aan de samenleving, aan jezelf. n

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement